Ingrediënten
- 500 gram rund- en varkensgehakt
- 200 gram noedels
- 2 ajuinen
- 2 tenen look
- 1 stuk gember (zo groot als je duim)
- 1/4 rode kool
- sambal oelek
- ketjap manis
- arachideolie
- peper
- lookzout
- azijn
- vloeibare zoetstof of suiker
Zo maak je het
- Rasp de rode kool in een doos of een bokaal die je kan afsluiten. Vul de doos of de bokaal met 1/4 azijn, 1/3 water en een scheut vloeibare zoetstof of twee eetlepels suiker. Sluit de doos of de bokaal met een deksel en pekel ten minste een nachtje in de koelkast.
- Snij de uien in slierten en doe ze in de wokpan met een scheut arachideolie. Roerbak op een middelmatig vuur gedurende een paar minuutjes en doe er vervolgens het gehakt bij.
- Kruid het gehakt met peper en lookzout en plet het doorheen de ajuin.
- Rasp er de tenen look en de gember bij en roerbak nogmaals een paar minuutjes.
- Voeg daarna een flinke scheut ketjap manis en één eetlepel sambal oelek toe. Roerbak alles op hetzelfde vuurtje nogmaals een paar minuutjes.
- Kook de noedels gaar, giet ze af en doe ze in de wokpan bij het gehakt.
- Giet de gepekelde kool af, knijp deze met je handen goed uit en voeg toe in de wokpan.
- Nog één keer alles onder elkaar roeren en klaar!
- Werk eventueel af met sesamzaadjes. Smakelijk!